In het tweede flora en fauna onderzoek (als vervolg op de quick scan waarover vorig jaar is bericht) is gekeken naar de meer alledaagse dier- en plantensoorten in het gebied. Het onderzoek wijst uit dat de huidige natuurwaarden in het gebied vrij laag zijn met weinig biodiversiteit. Dat komt door de huidige inrichting en gebruik van het landschap (open akkerland, intensieve agrarische activiteiten). De ontwikkeling van Nieuw Boekhorst is een kans om de natuurwaarden en biodiversiteit te verbeteren. Het onderzoek laat zien hoe dat kan.
De natuurwaarde van het plangebied kan worden verbeterd als ingezet wordt op een inrichting met natuurlijke elementen en natuur-inclusieve bouwstenen. Doel hiervan is een meer gevarieerde soortensamenstelling en structuur en/of geschikt biotoop voor specifieke faunasoorten te creëren. Maar hoe weten we dan welke diersoorten passen in Nieuw Boekhorst en hoe de omgeving moet worden aangepast om deze dieren aan te trekken?
Naast veldonderzoek is uit de Nationale Databank Flora en Fauna informatie gehaald over welke soorten in een gebied aanwezig (zouden kunnen) zijn. Daarnaast is gekeken voor welke doelsoorten het plangebied daadwerkelijk beter geschikt gemaakt kan worden. Door soorten te kiezen die hogere eisen stellen aan hun leefomgeving zullen ook minder veeleisende soorten geschikt leefgebied vinden in het plangebied.
Enkele van de doelsoorten die we kunnen en willen aantrekken zijn: egel, bruin zandoogje, vroege glazenmaker, oeverzwaluw, vleermuizen en huismus. In afstemming met beroepsecologen wordt het gebied hiervoor ingericht.